Er zijn vier soorten maatschappijen van onderlinge bijstand.

  • De maatschappijen van onderlinge bijstand. Dat zijn verenigingen van meerdere ziekenfondsen van eenzelfde landsbond die zich groeperen om samen een aantal diensten van de aanvullende verzekering te organiseren. Op die manier bundelen ze de middelen voor de organisatie van een deel van de diensten van de aanvullende verzekering. De aangeslotene wendt zich meestal gewoon tot zijn ziekenfonds voor de terugbetaling van de voordelen die de maatschappij van onderlinge bijstand organiseert.
  • De maatschappijen van onderlinge bijstand die in het kader van de Vlaamse zorgverzekering zijn opgericht (ze worden ook zorgkassen genoemd). Het zijn instellingen die alleen als doel hebben om de zorgverzekering te beheren die door het decreet van 30 maart 1999 in het leven is geroepen. Ze verzamelen de bijdragen bij de aangesloten leden en storten de tegemoetkomingen aan de rechthebbenden.
  • De verzekeringsmaatschappijen van onderlinge bijstand (VMOB's). Dat zijn mutualistische verenigingen die sinds 2012 verzekeringsproducten geneeskundige verzorging aanbieden. Ze zijn grotendeels onderworpen aan de regelgeving die op de verzekeringssector van toepassing is, en dus ook aan de regels rond de solvabiliteitsvereisten en consumentenbescherming. De VMOB's mogen enkel ziekteverzekeringsovereenkomsten en een bijstandsdekking als aanvulling op die ziekteverzekering aanbieden.
  • De regionale maatschappijen van onderlinge bijstand (RMOB's). Deze entiteiten werden opgericht met als specifiek doel om vanaf 2019 de bevoegdheden inzake gezondheid en bijstand aan personen die ingevolge de zesde staatshervorming werden overgeheveld naar de deelstaten, uit te voeren voor rekening van de verzekeringsinstellingen.