Documenten

De werkingskosten van de Controledienst vallen ten laste van de ziekenfondsen, de landsbonden en de MOB’s en worden op deze manier verdeeld:

1°  De landsbonden, de Kas der geneeskundige verzorging van HR Rail en de HZIV betalen een forfaitair bedrag. De tussenkomst van elke verzekeringsinstelling wordt vastgesteld aan de hand van een verdeelsleutel die gebaseerd is op twee criteria:

a)    het aantal gerechtigde leden in de verplichte verzekering op 30 juni van het voorlaatste jaar voor het jaar waarop de werkingskosten betrekking hebben;

b)   het bedrag van de voorschotten die de verzekeringsinstellingen dat jaar van het RIZIV hebben gekregen :

  • waarvan het bedrag wordt afgetrokken van de voorschotten die de verzekeringsinstellingen dat jaar aan het RIZIV hebben terugbetaald en van de stortingen die zij in de loop van hetzelfde jaar hebben verricht om voorlopig of definitief de rekening-courant "verzekeringsinstelling-RIZIV" aan te zuiveren;
  • waarvan de stortingen worden toegevoegd die het RIZIV heeft verricht in de loop van hetzelfde jaar om voorlopig of definitief de rekening-courant ‘verzekeringsinstelling-RIZIV’ aan te zuiveren.

De landsbonden, de ziekenfondsen en de MOB’s betalen een promille van de bijdragen die de leden hebben gestort gedurende het voorlaatste jaar vóór het jaar waarop de werkingskosten betrekking hebben en die zijn bestemd voor de aanvullende verzekering en voor het voorhuwelijkssparen, met een forfaitair minimumbedrag. Dat forfaitaire minimumbedrag wordt jaarlijks herzien in functie van de evolutie van de budgettaire uitgaven van de Controledienst.

Voor 2023 bedragen het forfaitair minimumbedrag en het promille 5.985,72 EUR en 2,560.

De VMOB’s dragen bij tot de werkingskosten van de Controledienst vanaf het kalenderjaar waarin ze op 1 januari door de Controledienst zijn erkend om in die hoedanigheid verzekeringen aan te bieden. De eerste twee jaren van deelname in de werkingskosten betalen ze een bijdrage die gelijk is aan de minimumbijdrage die de NBB en de FSMA vragen aan de commerciële verzekeringsondernemingen. Voor de volgende jaren zijn ze een promille verschuldigd van hun bijdragen die de leden tijdens het voorlaatste jaar vóór het jaar waarop de werkingskosten betrekking hebben, hebben gestort.

Dat promille bestaat uit het resultaat van de verhouding tussen de bijdrage van de verzekeringsondernemingen in de werkingskosten van de FSMA en van de NBB en het totale bedrag aan premies en bijdragen waarmee rekening werd gehouden voor de verdeling van die bijdrage.

Voor 2023 bedraagt het promille 1,67348.

De verzekeringstussenpersonen van de VMOB’s betalen voor hun deelname in de werkingskosten van de Controledienst een jaarlijks inschrijvingsrecht om ingeschreven te zijn in het register van de verzekeringstussenpersonen van de Controledienst en die inschrijving te behouden. De Controledienst legt die bedragen vast op basis van de informatie verstrekt door de FSMA.

Basisinschrijvingsrecht voor 2023

517,25 EUR

Bijzondere inschrijvingsrecht per persoon in contact met het publiek voor 2023

77,59 EUR

Bijzondere inschrijvingsrecht per verantwoordelijke voor de distributie voor 2023

103,45 EUR

 

Financiële gegevens van de Controledienst

In de documenten aan de linkerkant vindt u de volgende financiële gegevens van de CDZ terug:

  • de uitvoering van de begroting voor boekjaar 2022 en de begroting voor boekjaar 2023;
  • de balans op 31 december van de boekjaren 2021 en 2022, evenals de evolutie ervan.